Ook dit jaar geeft Schaakclub Roden acte de présence op het Wat ’n Kunst Festival. We voelen ons daar thuis, zeker als het mooi weer is, en de organisatoren zien ons graag komen want we trekken veel publiek.
Moet ik nog uitleggen dat schaken kunst is?
De grote Hein Donner heeft ooit gezegd: “Het begint toch allemaal, geloof ik, met liefde voor hout”. Hij kwam met deze uitspraak dicht bij de kern van het schaken. “Als die stukken daar zo voor je staan, zacht glanzend, heb je moeite daar met je vingers van af te blijven”. Wie kent dat gevoel niet: de bijna onbedwingbare neiging om een van die stukken te verplaatsen.
Mooi bedacht van Donner, maar pas op. De Deense grootmeester Larsen heeft eens over zijn collega gezegd: “Always interesting, always wrong”. Ook bovenstaande uitspraak van Donner is niet helemaal juist. Hoe mooi de stukken ook glimmen, hun aantrekkingskracht is vrijwel nihil als ze niet op een schaakbord staan, maar in de doos zitten. Een bord alleen is evenmin erg inspirerend. Dit is belangrijk om te constateren: bord en stukken horen bij elkaar. Met alleen de stukken of met alleen het bord kun je niet schaken. Je kunt er wel mee spelen, maar niet schaken. De stukken worden aantrekkelijker als ze op een mooi bord staan. Fraaie stukken op een aftands bord wekken medelijden en lachlust op.
Afgezien van deze nuance had Donner gelijk: je krijgt de neiging iets doen met die mooie stukken die zo uitnodigend op een netjes opgepoetst bord staan opgesteld. Dat heet inspiratie.
Schaken is emotie en creatie en is daarom kunst. Een geïnspireerde schaker dirigeert zijn of haar schaakstukken over het bord zodat fraaie patronen ontstaan, net zoals een choreograaf zijn of haar dansers en danseressen patronen op het toneel laat uitvoeren. Rustige zetten worden afgewisseld door krachtzetten als pauken in een symfonie en de slotacte is een koningsdrama in Shakespeareaanse stijl. Aan de promotie van een a-pion is ooit een ode gewijd.
Inderdaad: Wat ’n Kunst!