Gisteren zou mijn vader 100 jaar zijn geworden. Hij werd in 1922 geboren in het Friese Surhuisterveen als oudste zoon van een onderwijzer. Het is niet uitgesloten dat mijn pake kon schaken, maar in het algemeen gesproken waren Surhuisterveen en de armoedige streek daaromheen geen vruchtbare bodem om een schaakcarrière te beginnen. Ik heb eens gelezen dat in 1922 de Drachtster Schaakclub is opgericht, maar in het boek Friese Schaakkoningen van Haije Kramer, dat 800 jaren schaak in Friesland beschrijft, wordt zo’n heugelijke gebeurtenis niet vermeld. Van alle personen die in dat boek worden genoemd, komt er niet één uit Surhuisterveen. In deze oosthoek van Friesland hield men niet van koningen, daar werd niet geschaakt.
Tien dagen voor de geboorte van mijn vader kwam in het Sovjet-Russische Kaluga, zo’n 150 km ten zuidoosten van Moskou, Yuri Averbach ter wereld. Nu, op z’n 100e, heeft hij een glanzende schaakcarrière achter de rug. Hij werd kampioen van de Sovjet-Unie, deed mee aan het Kandidatentoernooi van 1953 in Zürich en was één van de grootste eindspelkenners van zijn tijd. Ook op bestuurlijk vlak heeft hij zich geroerd. Van 1973 tot 1978 was hij president van de Schaakbond van de Sovjet Unie, zonder dat hij door de schakers gehaat werd. Op oudere leeftijd hield hij zich bezig met de geschiedenis van het schaakspel.
Als schaker heeft Yuri Averbach het verder geschopt dan pa Kunnen. Kaluga was een betere omgeving voor een schaakmeester in wording dan Surhuisterveen. De plaats werd bezocht door reizigers, vluchtelingen en bannelingen uit omringende landen. Averbach zelf had Duitse wortels. De invloed van al die mensen van buiten heeft gezorgd voor culturele bloei. Bekende Russen die in Kaluga zijn geboren zijn o.a. Konstantin Tsiolkovsky (1857-1937), een van de eerste ruimtevaart- en raketonderzoekers, de wiskundige Pafnuty Chebyshev (1821-1894), de Russisch-Amerikaanse componist Alexander Gretchaninov (1864-1956), de kosmonaut Pavel Popovich (1930-2009), de generaal en duma-lid Georgy Zhukov (1896-1974), en vele sporters. Dit was niet de top van de Russische en Sovjet-elite, maar toch steekt Surhuisterveen daar met Haye Frankes, ‘lange Haye mei de aap’, Ds. Dirk Pekelharing, Siebe 'Snor' Veenstra, handelaar in lompen en metalen, en Ds. Johannes Antonie Visscher, dominee op de arme Friese heide, schril tegen af, hoewel natuurlijk de betekenis van CDA-Eerste en Tweede Kamerlid, staatssecretaris en voorzitter van de KNWU Joop Atsma (1956), bas-bariton Henk Smit (1930-2010), pop-muzikant Meindert Talsma (1968) en TV-presentator van de EO Herman Wegter (1978) zeker niet onderschat mag worden.
De verschillen lijken groot, maar voor mij persoonlijk waren ze dat niet. Mijn vader heeft mij schaken geleerd. Na een jaar “natuurschaken” kreeg ik van hem mijn eerste schaakboek, Inleiding tot het schaakspel van dr. M. Euwe. Averbach heeft mij via zijn boekje Wat iedere schaker van het eindspel moet weten wegwijs gemaakt in het eindspel. Later heb ik veel geleerd van zijn twee delen Turmendspiele.
1922 is een bepalend jaar geweest voor mijn schaakontwikkeling.

Opgave
Elke maand een serie opgaven, steeds stijgend in moeilijkheidsgraad. Ter lering en vermaak.

2202 302-3 Met welke elegante combinatie komt wit een kwaliteit voor?

 

Oplossing van de vorige week2202 2

02-2 Wat is de winnende zet van wit?
1.De4 Zwart heeft geen goede verdediging tegen 2.Dh7 mat. (Carlsen-Grischuk, Stavanger 2019)