Voor aanvang van de laatste ronde waren er nog tweekandidaten voor de eindoverwinning. Koploper Ruurd Kunnen moest zijn partij tegen Tom Visser niet verliezen en Gijs Hager kon alleen door zelf te winnen, en bij verlies van Kunnen, nog winnaar worden. Met een gedegen remise verzekerde Kunnen zich van het kampioenschap. Hager sloeg in zijn enerverende partij tegen Theo Wolthekker een aanval af en zette een betere stelling, met een pion meer, bekwaam in winst om. Na invoering van de resultaten in het computerprogramma bleek Kunnen met gering verschil de winnaar en Hager tweede. Dezelfde eindstand bereikten ze ook in de Snelschaakcompetitie. Beide spelers kunnen op een zeer goed seizoen terug zien.
In de C-groep streden Frits Bosman en Cees Hageman om de groepswinst. Hageman bereikte in eerste instantie een betere stelling maar verloor in de eindfase door een paar onnauwkeurige zetten, waardoor Bosman groepswinnaar werd.
Het tweede team werd ongeslagen kampioen in de NOSBO-afdeling voor viertallen. De vereniging als geheel kan op een goed seizoen terug zien. De schaakavonden werden goed bezocht en het ledental groeide.