Gijs Hager won al vrij snel van Jannie Russchen en ze bleven daarna nog lang aan de bar napraten en analyseren hoe dat anders had gekund. Frans van Doorn wist na een Engelse opening na een zet of 30 een initiatief tegen de koning van Jan Pezij te ontwikkelen dat daarna vlot de doorslag gaf. Menno Keizer opende met zijn e-pion en na 1 e4 e5 2 Pf3 maakte Dick Dalmolen er met 2 ..Pf6 een Russische opening van waarna na slaan van beide pionnen Menno de Nimzowitsch variant met 5 Pc3 koos.
Na het middenspel resteerde een T+L eindspel met 6 pionnen elk waarbij Dick een gezondere pionstructuur had omdat Menno een dubbelpion en wat te ver opgerukte ongedekte pion had. Op de 42e zet dwong Menno loperruil af waarbij zijn dubbelpion weer een eigen lijn kreeg. Ook hier bleef Dick iets beter staan en na veel gemanoeuvreer hield hij 2 tegen 1 pion aan de damevleugel en een ver opgerukte vrijpion op de h-lijn. Ondanks schaakjes en blokkades met zijn toren moest Menno zich gewonnen geven.
Bernard Bos verdedigde zich met zwart met een Slavische verdediging tegen Tom Visser, kwam een uiteindelijk een pion achter en in een dame-eindspel gaf die hinderlijk pion de doorslag.
Ward Romeinders en Johan Zwanepol speelden een Siciliaan die in remise eindigde. Dat was ook het resultaat van de Scandinavische opening (1 e5 d5 ) die Lieuwe Boskma met zwart koos tegen Henk van Bemmel. Uiteindelijk resteerde een pionneneindspel dat volslagen remise was, hoe hard Lieuwe ook zat te tellen of een piondoorbraak kon worden geforceerd.
Jan van Spijker reageerde met de Hollandse opening f5 op de d4 van Ale Bakker. Zoals gewoonlijk leidde dat tot een tamelijk gesloten stelling met kort gerokeerde Koningen die op de koningsvleugel moet worden opengebroken. Ale koos er daarbij voor om tamelijk driest zijn g-pion op te spelen en dat leidde tot een vrij dramatisch einde met groot stukverlies.
Ook behoorlijk dramatisch ging het er aan toe bij Theo Wolthekker tegen Raoul Suurmeijer waar, niet geheel ongebruikelijk voor Theo, hij eerst een volle toren offerde om in te slaan op h6 en er vervolgens nog een loper en een paard tegenaan gooide om maar tot een mat te komen. Raoul bleef rustig onder dit geweld (uiterlijk althans) en wist een correcte verdediging te vinden die Theo niet wist te slechten.