Een achttal schakers heeft maandag een begin gemaakt met de nieuwe competitie. Het was een rustig en gezellig avondje, waarbij alle nodige veiligheidsvoorschriften in acht werden genomen.
Even had het er naar uitgezien dat, in tegenstelling tot eerdere richtlijnen, schakers tijdens hun partij 1½ meter van elkaar af moesten zitten. Dat zou een behoorlijke schaakpartij erg moeilijk hebben gemaakt. Gelukkig hadden wij in onze ledenvergadering besloten om plexiglazen anticoronaschermen (oneerbiedig ook wel “spatschermen” genoemd) tussen de spelers op te stellen en bij navraag bij de schaakbond bleek dat door deze maatregel de verplichte 1½ meter afstand was komen te vervallen. En de schermen werkten goed. Je kon het bord en je tegenstander duidelijk zien en er was voldoende ruimte om stukken te verplaatsen en te slaan.


Buiten de partijen gelden de bekende coronaregels onverkort. Deze werden goed in acht genomen, zonder dat het elk gesprek onmogelijk maakte. Alles bij elkaar is gebleken dat er op een zeer acceptabele manier geschaakt kan worden.
Alle vier partijen hebben een beslissing opgeleverd. Het meest opvallend was de winst van Frans van Doorn op Henk van Bemmel, niet zozeer vanwege de uitslag, maar doordat Henk in een gelijke stelling een paard op a8 had gezet, in welke verre uithoek het door een simpel schaakje verloren ging.