“Wil jij koffie?” “Nee dank je, ik heb liever thee”. Zulke gesprekjes hoor je regelmatig aan het begin van de ronde. Het gaat dan over smaak, soms over de maag of over nachtrust, maar zelden over de partij die komen gaat. Terwijl koffie toch een van de weinige bewezen prestatiebevorderende middelen voor schakers is.
Na zijn opzienbarende overwinning op Lieuwe Boskma stond Dick Dalmolen in de 5e ronde een nieuwe vuurproef te wachten. De klassementleider moest het met zwart opnemen tegen Tom Visser. De inzet van de partij was de eerste plaats op de ranglijst. Beide spelers zijn in vorm en nog ongeslagen. Beiden hebben al een fraaie scalp veroverd. Het werd remise. Tom leek met voordeel uit de opening te zijn gekomen, maar Dick loste het probleem van de slechte loper kundig op waarna een puntendeling het logische resultaat was.
Ruurd Kunnen is opgeklommen naar de derde plaats. Dat ging ten koste van de geheel van slag zijnde Lieuwe Boskma. Olaus Diebrink die met het tweede in Delfzijl speelde, blijft vierde, maar hij wordt op de huid gezeten door Peter Slaman. Peter versloeg niemand minder dan Johan Zwanepol. Dat was een trage, gesloten partij waarin een positionele misser voor Johan het begin van het einde inluidde. Olaus en Peter zijn nu ook de best geklasseerde B-spelers. Zij worden op korte afstand gevolgd door Kees Duisterwinkel, die te sterk was voor Bob van Maanen. Met een zevende plaats heeft Kees een opvallend goede seizoenstart. Johan is afgezakt naar plaats acht. Het is opvallend hoeveel A-spelers achterblijven op de ranglijst. Arnold Meijster, Theo Wolthekker en Ale Bakker staan buiten de toptien, terwijl Henk van Bemmel 28-ste staat.
In de C-groep blijft Jan Pezij het prima doen. Na remise tegen Cees Hageman bezet hij de negende plaats en is hij nog steeds de hoogst geklasseerde C-speler. Hij heeft een ruime voorsprong op Bob.
Theo heeft een sprongetje gemaakt van de 16e naar de 13e plaats door een mooie aanvalsoverwinning op Frans van Doorn. Hij vond dat zijn tegenstander te timide had gespeeld: “Jij moet er meer peper in stoppen”. Frans suggereerde een geschikte plaats voor dit stimulerende middel, maar anders dan je misschien zou verwachten, ging Theo daar niet op in. Hij liet het bij zijn constatering dat meer peper het spel van Frans zal verbeteren. Met angst en beven wachten we de gevolgen van dit advies af.