Geschreven door: Frans van Doorn en Ruurd Kunnen

Het was voor de 25 aanwezige schakers van onze club weer even wennen aan het begin van het seizoen. Vragen zijn er zoals: “Heb jij nog gespeeld, deze zomer?” Meestal was het antwoord iets in de trant van: “Nee, ik heb geen stuk aangeraakt.” Sommigen hebben een schaaktoernooi op internet gevolgd en een enkeling had aan een toernooi meegedaan. Maar de grote vraag voor iedereen was wie wel al in vorm was en wie niet. Maar ook praktische zaken zoals: Hoe stel ik de klok ook al weer in, zijn er nog notatieboekjes en is onze proviand wel adequaat aangevuld? Enige uit angst geboren overwegingen waren ook te beluisteren zoals: “Ik moet niet meteen winnen want anders krijg ik de volgende keer een hele sterke tegenstander en verlies ik misschien”. Of wat positiever: “Ik ga toch gewoon bij Ger en Ruurd in de leer”. Kortom, weer genoeg overwegingen voor spannende partijen met soms verrassende en emotionele ontknopingen.

Neem nu de partij tussen Theo Wolthekker en Henk van Bemmel. Als je na een half uur een stuk weggeeft en een totaal verraste Theo zegt dat hij dacht dat met het ouder worden dingen gewoonlijk niet meer zo vlug zouden gaan, dan is de vrolijke toon voor de avond wel gezet. Zo snel als Theo en de ongelukkige Henk overgingen tot enkele vriendschappelijk partijtjes, zo lang zat onze clubkampioen Lieuwe B20190902 ronde 1oskma te zwoegen tegen een zich uitstekend verwerende Peter Slaman. Peter toonde nog eens duidelijk waarom hij met overmacht is gepromoveerd van de C-groep naar de B-groep en eigenlijk in de A groep thuis hoort. Hij had, zo bleek uit de analyse na de partij, zo'n tien zetten voor hij opgaf een winstvariant gemist en dat terwijl hij 10 minuten meer tijd op de klok had dan Lieuwe.
Met de vorm van Olaus Diebrink, die de laatste jaren nauwelijks tijd had om partijen te spelen, zat het wel goed. Hij hield Tom Visser keurig op remise. 
Johan Zwanepol had in het Nazomertoernooi in Assen aan zijn vorm gewerkt, en daarvan werd onze nieuwe voorzitter Arend van der Burgh het slachtoffer. Een (te) vroeg vooruitgeschoven dame van Arend stond met tempoverlies enige zetten later weer op haar uitgangspositie geparkeerd en het strategisch overwicht dat Johan mede daardoor kon opbouwen rondde hij bekwaam af.
Arnold Meijster durfde met de witte stukken tegen Bob van Maanen een loperoffer op f7 aan dat correct bleek te zijn. Ze waren toen snel klaar. Na afloop legde Arnold zijn tegenstander opgewekt uit hoe hij beter had kunnen spelen. Bob luisterde aandachtig toe en mogelijk gaat hij met deze les zijn voordeel doen. Maar nu vertrok hij met een nul op zak snel naar huis.

Kees Duisterwinkel en Dick Dalmolen gaven een demonstratie van hoe ingewikkeld schaakpartijen wel kunnen worden. Dick rekende echter beter dan Kees en won na zware strijd. Jan Duisterwinkel bracht het er beter van af tegen Jeppe Teensma die met de witte stukken tevreden kon zijn met remise. Datzelfde gold ook voor DirkJan Korenhof die tegen Cees Hageman een wisselvallige partij speelde waar de kansen voortdurend wisselden. In een betere stelling nam Cees genoegen met remise.
Ook Arnout Wegerif was in vorm. Met de zwarte stukken verzuimde hij aan het eind van zijn partij Jan Pezij een nederlaag te bezorgen door wat te voorzichtig spel. Het werd voor Arnout een plusremise met de smaak naar meer.
Van Ale Bakker straalde eveneens de vrolijkheid af toen hij Henk Kouwenberg tot opgave dwong. Bij sommige verliezers was enige teleurstelling te bespeuren. Echter niet bij Derk Holman. Die had zich inventief verdedigd tegen Ruurd Kunnen, maar toen de vermoeidheid toesloeg kon hij het nadeel dat hij in de opening had opgelopen toch niet repareren. En ook niet bij Jannie Russchen die eigenlijk best tevreden was dat zij het Frans van Doorn zo lastig had gemaakt.
Vier partijen eindigden in remise. Niet verliezen is een goed begin.