Ger Battjes heeft zijn voorsprong in de interne competitie uitgebreid. Jan van Spijker bracht het romantische Koningsgambiet op het bord, maar de gewenste aanval kwam niet van de grond. Waarom lukte dat de schaakmeesters in de 19e eeuw wel en ons niet? Ger nam al gauw het initiatief over en won gedecideerd. Ward Romeijnders kwam niet door de verdediging van Menno Keizer heen. In een taaie partij hadden wit en zwart beide het loperpaar, maar de pionnenstructuur was gesloten. Dan is de remise vaak nabij, en deze partij was geen uitzondering. Ruurd Kunnen staat nog steeds derde. Hij won een vlotte aanvalspartij van Ale Bakker en is iets ingelopen op Ward. In de achtervolgende groep is het stuivertje wisselen. Lieuwe Boskma herstelde zich van zijn nederlaag tegen Johan Zwanepol in de vorige ronde door Frans van Doorn te verslaan. Nadat hij in de opening een pion had gewonnen, haalde hij het punt in het eindspel binnen. Johan verloor nu van Henk van Bemmel in een nerveuze partij. Dick Dalmolen is opgerukt naar plaats vijf. Hij boekte tegen Bob van Maanen zijn derde achtereenvolgende overwinning.

Bij de B-spelers heeft Arend van der Burgh koploper Olaus Diebrink bijna ingehaald. Dit tweetal wordt op korte afstand gevolgd door het drietal Arnold Meijster, Jan van Spijker en Ale Bakker. Frans van Doorn is wat achterop geraakt. Jan Duisterwinkel voert de groep van de C-spelers aan. Hij versloeg good-old Derk Holman.

Volgende week staat voor het eerste de wedstrijd tegen DAC uit Delfzijl op het programma. Roden is favoriet en moet scoren in de race voor het kampioenschap. Tom Visser speelde zijn partij vooruit en ontsnapte na een grove misgreep met remise.