Het kan verkeren
Je hebt soms van die schaakpartijen waar je als toeschouwer meteen ziet: Dit is appeltje eitje voor wit. Als je dan even later kijkt staat zwart ineens weer beter. Zo ging het in de 24e ronde in de lange partij tussen Frans Huisman en Jeppe Teensma. Dan weer had Jeppe met de zwarte stukken een overwicht en enige zetten later stond Frans weer beter. Uiteindelijk maakte hij een grove fout en stonden er om 23.30 uur alleen nog twee koningen op het bord.
Vol verwachting keek ik uit naar het treffen tussen de nummers 1 en 2; Ruurd Kunnen en Raoul Suurmeijer. Het werd strategische gezien een vrij onberispelijke partij waarbij tactisch riskante zetten uit de weg werden gegaan. Na 20 zetten werd de vrede getekend met een miniem voordeeltje voor Ruurd die de zwarte stukken hanteerde.
Heel anders ging het er aan toe in de partij tussen Henk van Bemmel en Theo Wolthekker. Een en al tactische manoeuvres na een Scandinavische fantasieopening van Theo. Al snel stond hij een pion en een kwaliteit (toren tegen loper) achter. De open lijnen boden een goede aanvalsmogelijkheid. Henk verdedigde zich geduldig en in de loop van 10 zetten wandelde zijn koning van het bedreigde veld g1 naar het veilige veld c2 op de damevleugel. Uiteindelijk gaven de torens van Henk een voor Theo niet te verdedigen mat.
Natuurlijk gebeurde er nog veel meer; zoals het eindspel in de partij tussen Arnout Wegerif en Arend van der Burg. Een schoolvoorbeeld van een sterk paard tegen een zwakke loper. Arend profiteerde bekwaam van dit sterke paard en won twee pionnen en de partij.
En Jan Pezij. Hoe krijgt hij het voor elkaar met een paard, loper en toren nog altijd op de 8e rij, met zwart spelend, zijn partij tegen Coos Boerma te winnen. Nu dat ging, refererend aan grootmeester Jan Hein Donner, als volgt:
“Je hebt gewacht stouterd, je hebt je niet opgedrongen, want je wist dat ik al die tijd aan jou dacht en dat je niets hoefde te doen, want dat ik vanzelf wel bij je zou komen. Kleine randpion, je bent nu vrij. Ga je gang, op a1 wacht jou en mij de onuitsprekelijke heerlijkheid. Heb mijn dank, lief klein ding. Ik heb je lief”.
De op het eerste gezicht dodelijke combinatie waarmee Coos een dame tegen een toren kon winnen werd teniet gedaan door die stouterd op a3. Zou Jan nog aan Jan Hein hebben gedacht toen hij zijn stukken verrijkte met een onweerstaanbare dame op a1?
Ruurd Kunnen staat nog altijd met een riante voorsprong aan kop.
Ondanks zijn verloren partij is Theo Wolthekker de beste speler van de B-poule en is Teije Smedinga, met een geringe voorsprong op Jan Willem van der Kouwe, de hoogst genoteerde speler van de C poule. Teije omschreef zijn korte verlies partij tegen Menno met de woorden: In plaats van de “Van Geet” opening, speelde ik een “Vergeetopening”.
Het kan verkeren.