logoblauwklein

Als ik op maandagavond de Scheepstraschool binnenloop, dan heb ik regelmatig een flashback naar de jaren die ik in het basisonderwijs werkte. In de hal is het namelijk vaak een gekrioel van vrolijke kinderen en hun ouders die óf naar buiten willen óf gezellig midden in het pad staan te kletsen over de vakantieplannen. Een gezellige chaos dus.
Iedere onderwijzer weet dat je in zo'n situatie scherp moet opletten om niet te struikelen over het kleine grut. Daarom moet je ook nooit zomaar een stap naar achteren zetten, want de kans is groot dat daar nét een kind zit dat zijn laarzen aantrekt, zijn tas aan het inpakken is, een ander achterna zit, of die geconcentreerd bezig is een snotje diep uit zijn neus te pulken. Je moet je in zo'n situatie dus eigenlijk net als een pion alleen maar vooruit bewegen, hooguit schuin vooruit.
Ik herinner mij het uitgaan van de school waarbij zo'n 300 kinderen naar buiten komen en de ouders en oppas-grootouders buiten proberen om hun kinderen in die massa te vinden. Vooral voor opa's en oma's kan dat best lastig zijn. Dan zie je zo'n opa die het niet meer zo heel scherp ziet, opeens een jochie met een blond koppie uit de stroom vissen. 'Die van hem' zijn namelijk blond. Hij tilt het kereltje op tot vlak voor de leesstukjes van zijn bril, constateert dat het er niet 'een van hem' is en zet hem vervolgens terug zoals je een gevangen vis terugzet in het water. Daarna speurt hij verder naar zijn nageslacht, alsof hij naast de bagageband op het vliegveld staat. De eerste koffer bleek 'm niet te zijn, dus teruggooien en wachten op de volgende die het dan misschien wél is.
OK, ik overdrijf een beetje. Inmiddels ben ik zelf zo'n oppas-opa.
Vorige week had ik bij binnenkomst in de Scheepstraschool tussen de kinderen door eerst zonder struikelen en persoonlijk letsel de kapstok bereikt en daarna de oversteek gewaagd naar de deur van onze speelzaal. Daar veilig aangekomen keek ik in de deuropening nog een keer tevreden achterom en jawel hoor, daar stond achter mij een mannetje van een jaar of zes, zeven. Gelukkig had ik geen stapje naar achteren gedaan, want dan had ik misschien wel een aanstormend schaaktalent geplet.
"Wat gebeurt daar?" vroeg hij aan mij, wijzend naar de zaal waar enige senioren al bezig waren de borden neer te zetten.
"Daar schaken de grote mensen", zei ik. En omdat ik gesprekjes met kinderen altijd wel leuk vind, omdat ze vaak zo verrassend zijn, vervolgde ik met "en als jij groot bent dan kom jij daar misschien ook wel, dan kunnen wij samen een keer een partijtje tegen elkaar schaken."
Hij bekeek mij goed, dacht heel even na en zei toen bloedserieus: "Ik denk het niet, want dan ben jij vast al dood." Zoals gezegd ... gesprekjes met kinderen zijn vaak verrassend. Gelukkig houd ik wel van dit soort oprechte eerlijkheid en ging met een brede glimlach naar binnen.
Mijn wijze vader zei altijd: "Kinderen en dronken mensen spreken altijd de waarheid".
Hopelijk zitten wijze vaders er ook wel eens naast.