Meteen zie ik hem staan, wanneer ik net na kwart voor acht, het “Historische trefpunt Scheepstra” binnen snel. Ergens, vlak bij de toegangsdeur van ons “schaakcafé”, staat hij daar. Een klein oud koffertje zoals ik die als 10 jarige meenam wanneer we met de trein naar mijn oma in Hoorn gingen of naar een vakantiebestemming. Mijn kleren en wat kinderboekjes konden er net in. Genoeg om een paar dagen te logeren.
Maar wat moet dat koffertje hier en wat zit er in? Van wie is hij? Is het wel volgens de K.N.S.B. reglementen om een koffertje mee te nemen als je een schaakwedstrijd speelt? Wat zullen Johan en Menno hier wel niet van vinden? En niet te vergeten: Is dit niet een hot item voor onze vijf mans sterke; “Voorbereidende en adviserende Schaakclub Roden's aanvaardbare schaakregelgeving werkgroep?”
Na een korte update van onze voorzitter geeft de wedstrijdindeling aan dat ik met de zwarte stukken tegen Teije Smedinga mag spelen. Ik zit al achter het bord wanneer Teije naar me toekomt en vraagt wat ik wil drinken. Koffie puur. En ja, zo waar, hij zet het bewuste koffertje naast zijn stoel en haalt koffie voor me op.Natuurlijk vraag ik me af wat er in dat koffertje zit maar laat me niet verleiden tot enige paranoïdedwaalgedachten. Nee ik denk terug aan de jaren '70 van de vorige eeuw toen ik als zeer matig begaafd schaker mee deed aan het Niemeyer schaaktoernooi. Vanzelfsprekend in een van de laagste groepen.
Voor de eerste ronde was ik net op tijd en zag op iedere tafel twee pakjes Samson half zware shag linclusief de rizzla vloeitjes, zestig stuks van hoge kwaliteit in een oranje pakje, gecomplementeerd met een doosje zwaluw lucifers.
Diverse schakers schoven aan in korte broek, en strekte hun lang behaarde benen onder de tafel. Ze zetten hun rugzak nonchalant naast hun stoel en draaide voor de aanvang hunner partij behendig een sjekkie, sommigen zelfs geroutineerd met één hand. Vervolgens gaven ze elkaar een vuurtje alsof het een vredesceremonie bij de indianen betrof. Niks geen controle, gewoon zetten en paffen.
Moet je nu eens zien: keurig in het pak met reclame van de sponsor op het revers, modieuze schoenen, keurig gekapt en zonder welke informatiebron dan ook, achter het bord zonder sigaar, pijp of Samson shag.
Door deze nostalgische gevoelens overmand vraag ik Teije, die net met twee koppen koffie aan komt lopen: “Hoe oud is dat mooie koffertje?” Die heb ik 30 jaar geleden voor een aanzienlijk bedrag gekocht zegt hij. Ik bewaar er boeken in. “Oh, Ook schaakboeken?” “Ja een paar schaakboeken, stap 1 t/m 5 en natuurlijk wat aanwijzingen over de etiquette voor, tijdens en na de schaakpartij.” Verder heb ik thuis een opslagruimte voor de 100.000 bladzijden die ik nog zo graag wil lezen. “Dat zijn er nog al wat” zeg ik op meelevende toon.
We geven elkaar de hand en Teije opent met Pc3. Ik schrik, oh jé toch niet die van Geet waar ik niets van weet. Zou zijn koffertje hem iets influisteren? Onmiddellijk verwerp ik deze achterdochtige gedachte en worstel me door de opening met de nodige van de theorie afwijkende zetten. Teije doet hetzelfde dus iedere verdenking is compleet misplaatst. Uit een totaal chaotische stelling met ongedekte stukken mijnerzijds weet ik toch voordeel te halen en na zo'n drie uur ploeteren de partij in mijn voordeel te beslissen.
De Moraal:
“Het is beter op jezelf te vertrouwen dan een ander te wantrouwen”.
Mogelijk is dit de basis- gedachte waarop onze werkgroep een advies gaat uitbrengen.